|
||||||||
Het is niet voor het eerst dat wij hier in Vlaanderen wat achterop lopen op muzikaal vlak en dat is heel jammer, als we ’t over deze CD moeten hebben: bij onze Noorderburen is die namelijk al bijna drie maanden uit. Anderzijds mogen we blij zijn met een label als Starman Records, waar ze het bestaan van deze CD natuurlijk al snel in de gaten kregen en ze dus een deal afsloten om de plaat on bij ons ter beschikking te stellen. Wellicht is de naam van Diederik Nomden niet voor iedereen gemeengoed, al is de kans dat u hem al aan het werk hoorde wél behoorlijk groot: hij was destijds lid van de band Johan,waarmee hij op Pinkpop en op Lowlands stond, iets wat hij nog eens overdeed met Daryll-Ann. Later dook Diederik nog op in de band van Ellen Ten Damme, bij awkward i, bij Tim Knol, bij Bertolf en vooral bij The Analogues, waarmee hij zich op het oeuvre van The Beatles wierp en met name dan de Magical Mystery Tour en later Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band als geheel coverde. Hij deed ongeveer hetzelfde met “Déjà Vu” van Crosby, Stills, Nash & Young en de band Her Majesty. Tussendoor had hij, samen met kompaan Jacob De Greeuw, alias Johan, zijn eerste soloplaat “Royal Parks” ingeblikt onder diezelfde naam. Die plaat werd erg goed onthaald door de pers, maar haalde eigenlijk niet de verkoopcijfers die ze verdiende. Diederik bleef het bezige baasje dat hij al twintig jaar lang is en dus zaten nogal wat mensen te wachten op nieuw solowerk en dat is er nu dus ook voor ons, gewone stervelingen. Die plaat is tien nummers sterk, 35 minuten kort en met één adjectief dat me, na herhaaldelijk luisteren telkens weer voor ogen komt: glashelder. De melodieën zijn catchy, de harmonieën zitten helemaal in de Beatles-sfeer, de arrangementen zijn super-degelijk en subtiel en zetten de sterkte van de composities helemaal scherp in beeld. Als je opener “Swiml Ashore” en vooral “You Still Turn Me On” hoort voorbij dwarrelen, met zhun heel fijn samenspel tossen stem, strijkers en doordringende bas, dan zit je echt niet ver van bij The Beatles vandaan, of, wat mij betreft, bij hun tegenvoeters, Crowded House. Met “Motel Blues” zit je al wat meer in het Crosby, Still & Nash-segment, ook al vanwege de fijne lapsteel-gitaar van Bertolf Lentink, een kerel waar Diederik ook al heel lang mee samenwerkt. “I do” is, wat mij betreft, de knapste song van het tientel, al kunnen meningen natuurlijk verschillen. Voor mij is dit pure Beatles en daar mag je mij altijd wakker voor maken, al mag je dat zeker ook voor het mild-Dylaneske “Weighing You Down”. Al met al is dit een heel fijne popplaat geworden, die alle mogelijke airplay verdient en die, vergeleken met 87% van de miserie, die we dezer dagen op onze nationale golflengten horen voorbij komen, gewoon van superklasse is. Maar da’s niet genoeg: dit is gewoon een hele goeie plaat, van een kerel die nu eindelijk ook beneden de Moerdijk eens mag erkend worden! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||
|